Wo2Slachtoffers.nl

Reuchlin, jhr. ir., Maarten,

Geboortedatum:
3 februari 1911 (Rotterdam)
Overlijdensdatum:
17 november 1944 (Venlo)

Biografie

Woonde in Eindhoven, Floralaan 172. Zoon van jonkheer Johan Georg Reuchlin (directeur Holland Amerika Lijn, 6 december 1874 Rotterdam - verdronk, net als de twee andere Nederlandse opvarenden Hendrik Bolhuis en Wessel van der Brugge, op 15 april 1912, toen het gloednieuwe passagiersschip Titanic na een botsing met een ijsberg op de Atlantische Oceaan zonk) en Agatha Maria Elink Schuurman (17 mei 1880 Rotterdam - 18 april 1960 Rotterdam). Huwde 10 juni 1944 in Oisterwijk met Willemina Johanna Susanna van Luttervelt (23 juli 1918 Haarlem). Chemisch ingenieur/assistent-bedrijfsleider radiobuizenfabriek Philips Nederland. Nederlands Hervormd. Lid verzet. Gloeilampenfabriek Philips gebruikte voor de fabricage van onder meer lampen wolfraam en platina. Ir. Reuchlin en adjunct-commies Willem Jan Jonker van de NS (29 maart 1899 Epe) wisten dat deze grondstoffen zich in een wagon bevonden en dat de Duitsers van plan waren die naar de Heimat af te voeren. Daarom werd de wagon achter het slachthuis aan de Celebesstraat gerangeerd en werden rails en wagons gesaboteerd. De bezetter ontdekte echter de ‘ondergedoken’ wagon. Na herstel van de schade werd koers gezet naar Duitsland. Reuchlin, die zijn linkerarm miste, ging daarop - eind september 1944 - samen met Jonker op een tandem op zoek naar de wagon. Ter hoogte van Griendtsveen vielen beiden evenwel bij een controlepost in Duitse handen. Die dachten met spionnen te doen te hebben. Het tweetal werd in Venlo gevangen gezet. Op 13 oktober 1944 ontsnapte Reuchlin tijdens een bombardement uit het politiebureau in Venlo waarin hij was opgesloten. Hij dook onder in de beeldenfabriek van A. Gödden, waar hij een groep OD'ers militair instrueerde. Later zocht hij een veiliger schuilplaats op. Bij zijn vlucht was zijn kunstarm in de cel achtergebleven. Hierdoor was hij gemakkelijk voor de Duitsers te herkennen, die hem op 13 november 1944 weer arresteerden. De SD-medewerkers Nitsch en Conrad doodden Reuchlin en Jonker niet lang daarna op de Groote Heide (Fliegerhorst Venlo) voor een bomtrechter met een nekschot. Over de datum waarop dat is gebeurd, bestaat geen eensgezindheid Cammaert noemt 14 november 1944, het gedenkkruis aan de Toeperweg spreekt over 15 november 1944 en Oorlogsgravenstichting, overlijdensakte en Dodenboek Venlo houden het op 17 november 1944. In de overlijdensakten van Reuchlin en Jonker wordt twee uur als tijdstip van overlijden vermeld.

Oorspronkelijk begraven in de bomtrechter. Op aanwijzing van Nitsch werden de stoffelijke overschotten van Reuchlin, Jonker, Johannes Roosjen en Gerardus Wilhelmus Johannes Hekman (beiden ook gefusilleerd bij de Toeperweg) na de oorlog in twee graven gevonden. Herbegraven in Rotterdam-Charlois op de Nederlands Hervormde Begraafplaats Oud-Charlois.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

Informatie:
Cammaert, Het Verborgen Front; Eindhovens Dagblad, De plaquette voor hen die vielen en 'De ondergedoken wagen', 16 april 2011; Site Dodenboek Venlo; Oorlogsgravenstichting; Johan George Reuchlin; site geni.com; site genea.terhark.nl; Digitale Stamboom Eindhoven en Rotterdam (w.o. overlijdensakte 724/1946 gemeente Eindhoven); site wiewaswie.nl (w.o.overlijdensakte 273/1946 gemeente Venlo).