Wo2Slachtoffers.nl

Brijan, Johann Diederich Frans

Geboortedatum:
20 juli 1918 (Bargercompascuum/Drenthe, Nederland)
Overlijdensdatum:
8 maart 1945 (Woeste Hoeve/Gelderland, Nederland)
Begraven op:
Nederlands Ereveld Loenen te Loenen
Vak: A. Graf: 780.

Biografie

Johann Diederich Frans Brijan woonde in Bargercompascuum aan de Verlengde Oosterdiep 102. Hij was de zoon (zesde van elf kinderen) van veenarbeider Willem August Albert Brijan (29 maart 1888, Bargercompascuum – 22 juni 1965, Bargercompascuum) en Trientje Smit (15 januari 1890, Nieuw Buinen, gemeente Borger – 16 maart 1962, Groningen). Hij huwde op 26 maart 1940 met Harmina Karst (2 juli 1919 – 30 maart 1998). Het echtpaar kreeg drie kinderen. Hij werkte als Veenarbeider/controleur Controledienst Luistervergunning PTT.
Op 5 april 1938 werd Jan Brijan als dienstplichtige ingelijfd bij het 5e Regiment Infanterie. Ruim een jaar later, op 17 september 1938, volgde de bevordering tot korporaal. Die dag werd hij ook met groot verlof gestuurd. In verband met de mobilisatie werd hij op 25 augustus 1939 weer opgeroepen en kwam hij als motorordonnans bij het 19e Regiment Artillerie. Medio november 1939 liep hij bij een ongeluk met zijn motor ernstig letsel aan hoofd en handen op. Nog niet eens volledig hersteld ging hij begin 1940 deel uit maken van het 3e Bataljon van het 28e Regiment Infanterie. Op eigen verzoek liet hij zich overplaatsen naar de Grebbeberg, waar hij in mei 1940 betrokken raakte bij de gevechten met de Duitsers. Brijan, inmiddels wachtmeester, bleef ongedeerd. Medio juli 1940 werd hij weer met groot verlof huiswaarts gezonden.
Op 10 februari 1942 ging hij aan de slag als controleur bij de Controledienst Luistervergunning PTT. In die functie hielp hij veel radiobezitters hun toestel te verbergen. Voorts kreeg hij regelmatig bezoekers over de vloer om bij hem naar de BBC en Radio Oranje te luisteren, want zijn eigen radioapparaat had hij uiteraard evenmin ingeleverd. Hij kreeg de schijn tegen toen hij samen met een vriend besloot zich als lid van de NSB te laten inschrijven. Zo probeerden zij gegevens voor het verzet te verzamelen. Zij verschenen echter nooit op bijeenkomsten en wilden geen opdrachten van de NSB uitvoeren. Dat wekte wantrouwen, vooral bij de Landwacht. Toen die poogde beiden in te schakelen bij de Organisation Todt doken ze onder in een schuilhok in het bos. Daar verbleven regelmatig onderduikers en zelfs een Duitse deserteur. Brijan leende het uniform van een bevriende politieman en kon zodoende onderduikers wegbrengen of ophalen. Op een novemberavond in 1944 werden Brijan en een andere verzetsman, die op pad waren om handgranaten op te halen, door de landwachters Berend Oosting en Kobus van Ommen (1*) aangehouden. Er ontstond een kort vuurgevecht, waarbij Bryan gewond raakte onder zijn arm. Meteen schoot hij Van Ommen neer. De landwachter viel dodelijk gewond ineen. Oosting verdween in het duister. Brijan liep door het gedrag van de deserteur tegen de lamp. Tegen de afspraak in vertoonde de Duitser zich op straat. Hij werd door de Feldgendarmerie gearresteerd en overgebracht naar het huis van bewaring in Assen. Tijdens de verhoren sloeg de man door. Dat leidde direct tot de arrestatie van Brijan. Toen hij probeerde te vluchten, brak hij zijn been op twee plaatsen. Desondanks werd hij zwaar mishandeld. Behandelend arts Van der Meulen werd ook gevangen genomen. Beide mannen werden naar het Asser huis van bewaring gebracht. Van der Meulen uit Emmen kwam na enkele dagen weer op vrije voeten. Dokter Nienhuis, die de behandeling van Bryan had overgenomen, trachtte hem tevergeefs in het Wilhelmina Ziekenhuis te laten opnemen. Dat verzoek wezen de Duitsers af. Zij achtten het gevaar dat hij zou vluchten te groot. Als represaille voor de aanslag op Hanns Albin Rauter in de nacht van 6 op 7 maart 1945 bij Woeste Hoeve werd hij met 116 andere Todeskandidaten gefusilleerd. Bij de aanvraag van zijn weduwe voor een verzetspensioen heeft zijn NSB-lidmaatschap nog voor veel problemen gezorgd. Uit een serie positieve getuigenverklaringen bleek echter dat van enige vorm van 'politieke onbetrouwbaarheid' geen sprake kon zijn geweest.
(1*) Jacobus Lubbertus van Ommen (2 januari 1890 Emmen).

Zijn broer Willem Brijan identificeerde hem op 10 mei 1945 en samen met een begrafenisondernemer uit Apeldoorn haalde hij zijn stoffelijk overschot op. De volgende dag werd hij op de Algemene Begraafplaats in Emmercompascuum begraven. Op 10 augustus 1993 werd hij herbegraven op het Nationaal Ereveld van de Oorlogsgravenstichting in Loenen.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

Informatie:
- BERENDS, H., Woeste hoeve 8 maart 1945, Vbk Media, 1995.
- Jan Brijan 1918 – 1945 – Genealogie Brijan Wolbers en meer …
- Johann Diederich Brijan | Oorlogsgravenstichting
- Uitgebreid zoeken in de Erelijst | Erelijst van Gevallenen 1940-1945