Wo2Slachtoffers.nl

Bing, Eliazar

Geboortedatum:
29 november 1903 (Alkmaar)
Overlijdensdatum:
29 juli 1944 (Amsterdam)

Biografie

Woonde aanvankelijk te Alkmaar, Achterstraat 62, maar verhuisde kort voor het uitbreken van de oorlog naar Heerhugowaard. Zoon van slager Julius Jacob Bing (10 oktober 1867 Hoorn - 16 februari 1932 Alkmaar) en Sientje Englander (5 december 1872 Alkmaar - 20 maart 1943 vermoord in het Poolse vernietigingskamp Sobibor). Gehuwd op 13 september 1932 met Annie Jacoba Elisabeth Rademaker (15 juni 1910 Heerhugowaard - 20 november 1985 Alkmaar). Slager in koosjer vlees. Bing (roepnaam Eli) nam de slagerszaak voor koosjer vlees in de Achterstraat in Alkmaar over van zijn vader. Tijdens de oorlog negeerde hij de oproep van de Duitsers om zich als joodse Nederlander bij de autoriteiten te melden. Met hulp van Nicolaas Kout vond hij uiteindelijk een vrij goede schuilplaats in diens boerderij aan de Middenweg 162 in Heerhugowaard. Op zeker moment werd die plek echter te gevaarlijk en verhuisde hij naar een ander adres. Later keerde hij weer terug naar zijn eerdere schuilplek. Op 24 juli 1944 zag de echtgenote van boer Ernst 's morgens vroeg Kout met zijn wagen de kapberg (1*) binnenrijden en de deur meteen achter zich sluiten. Zij vond dat zo merkwaardig dat de gedachte bij haar opkwam dat Bing misschien wel eens kon zijn teruggekeerd. In het bijzijn van haar kinderen maakte ze echtgenoot Ernst deelgenoot van haar vermoeden. De kinderen vertelden dit ongelukkigerwijs aan buurvrouw Grietje Koelemeij-Boontjes, die het doorbriefde aan haar man, de NSB'er Jan Koelemeij. Die stelde op zijn beurt partijgenoot Abraham Trappel uit Sijbekarspel op de hoogte. Met zijn drieën overlegden zij op welke manier zij de onderduikplaats van Bing het best konden doorgeven. Van de politie en de Centrale Crisis Controledienst verwachtten zij weinig heil, omdat die te anti-Duits waren. Besloten werd de NSB'er Swidde, die als zeer fanatiek bekend stond, te benaderen. Toen Trappel Swidde opzocht, bleek die niet thuis te zijn. Zijn echtgenote Neeltje Swidde-Hart stelde Trappel voor met haar zoon Pieter Swidde, die landwachter was, naar het commando van de Landwacht in Alkmaar te gaan om melding van de zaak te maken. Na de aangifte arresteerde de Feldgendarmerie Bing op 27 juli 1944 met assistentie van enige landwachters. Ook de familie Kout werd opgepakt. Twee dagen later moesten vier landwachters Bing, Kout en de eveneens gearresteerde Helderse Alkmaarder Simon F. van der Veen naar de Sipo in Amsterdam brengen. Lijn 24 zou de gevangenen en de bewakers naar de Euterpestraat (2*) vervoeren. Toen zij op het Stationsplein bij het Centraal Station op de tram stonden te wachten, was landwachter Hendricus van Kleef (27 maart 1918 Haarlem) uit Bergen, die speciaal belast was met het bewaken van Bing, even afgeleid. De arrestant profiteerde ervan door de koffer die hij bij zich voor de voeten van de landwachter te gooien en de benen te nemen. Hij liep evenwel de verkeerde kant uit en zag zijn vluchtweg plotseling door water geblokkeerd. Bing bedacht zich geen moment en sprong direct in het Open Havenfront (3*) om te proberen zwemmend weg te komen. Van Kleef greep hierop zijn wapen en doodde de vluchteling met een schot in het achterhoofd. Volgens de politie had Bing zelfmoord gepleegd door tijdens het wachten op de tram in het water te springen. Zijn echtgenote en zijn zes kinderen overleefden de oorlog, evenals Kout. De Politieke Opsporingsdienst (POD) had na de oorlog de grootste moeite om de zaak tot klaarheid te brengen. Aanvankelijk werd een bij de NSB aangesloten postbode van het verraad verdacht. Toen hij een keer post bij Kout bezorgde, zag hij Bing in de kamer en nam hij waar dat zijn ontdekking grote schrik veroorzaakte. Bovendien zag de familie Kout dat hij aan de overkant bij een andere NSB'er de post niet in de brievenbus stopte, zoals gebruikelijk was, maar de winkel van de betrokkene binnenstapte. De postbezorger kon naderhand evenwel van alle blaam worden gezuiverd, omdat hij niets met het verraad te maken had gehad. Koelemeij, Koelemeij-Boontjes en Trappel werden door het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam voor verraad veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk negen, acht en acht jaar. De Bijzondere Raad in Cassatie liet alleen de straf voor mevrouw Koelemeij intact. Haar man kreeg er een jaar bij en Trappel zelfs twee. Swidde-Hart en haar zoon werden in eerste instantie met vijf en zes jaar detentie bestraft. In cassatie ontsprongen zij echter vanwege juridische redenen de dans. Het tweetal was medeplegen van – oftewel: volledige betrokkenheid bij – verraad ten laste gelegd. Het Bijzonder Gerechtshof verklaarde dat ook bewezen. Mr. C. Berkemeijer, de raadsman van de vrouw, voerde in cassatie aan dat ze alleen maar medeplichtig aan – behulpzaam bij – geweld was geweest. De procureur-fiscaal en de Bijzondere Raad van Cassatie waren het met die opvatting eens. Conform het voorstel van de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie ontsloeg de Raad moeder en zoon van rechtsvervolging. Van Kleef, die nog meer strafbare feiten op zijn kerfstok had, werd door het Bijzonder Gerechtshof tot de doodstraf veroordeeld. Overeenkomstig de vordering van de procureur-fiscaal werd die straf later door de Bijzondere Raad van Cassatie omgezet in een levenslange gevangenisstraf, omdat de dader niet in koelen bloede had gehandeld. In een proces-verbaal van de Alkmaarse politie werd vermeld dt hij door zelfdoding om het leven was gekomen. Zij weduwe had in het Binnengasthuis in Amsterdam, waar haar man lag opgebaard, dat hij een schotwond in zijn achterhoofd had. Een door Van Kleef ingediend gratieverzoek werd op 15 november 1951 afgewezen.
(1*) Een vrijstaand bouwwerk bij agrarische bedrijven, dat dient als opslagplaats voor graan, stro of hooi.
(2*) Na de oorlog is de Euterpestraat naar verzetsstrijder Gerrit van der Veen vernoemd: Gerrit van der Veenstraat.
(3*) Het water tussen de Prins Hendrikkade en het Stationseiland.

Heeft u zelf meer informatie over deze persoon? Lever het aan!

Bronnen

Informatie:
Grotendeels gebaseerd op artikel Drieste moord van landwachter, Nieuw Noordhollandsch Dagblad, 5 december 1945; rechtbankverslagen 31 januari 1946, 21 maart 1946 en 11 april 1946; Jan van Baar en Gerrit Valk, Alkmaar 1940-1945, kroniek van de bezettingsjaren, Uitgeverij Pirola, Schoorl, april 1995; Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland; Regionaal Archief Alkmaar (waaronder overlijdensakte 36/1944 gemeente Heerhugowaard); site wiewaswie.nl; site maxvandam.info; Archief Jack Kooistra.